trip naar zee dag 1
Hoera! We hebben weer een reis gemaakt. Een kleintje dit keer. Drie dagen ontdooien, liften en logeren. Ieder een klein rugzakje en op ons lift bordje: Lift naar zee. 'Welke zee?' vroegen de mensen. 'Geen idee!' was ons antwoord. Ergens tussen de kust van Friesland en België.
Om de reis net wat Wereldontdooiender te maken bedachten we tijdens de 'Voorpretdag' een aantal opdrachten voor onszelf. Jij mag deze opdrachten meenemen op jouw vakantie. Klik op de gekleurde woorden en ontdek alle opdrachten! Uitprinten, uitvoeren en laat een berichtje/ foto achter van het resultaat.
Onze reis begon op station 's-Hertogenbosch. De eerste opdracht was er een geïnspireerd op 'Amelie'. In de film laat zij de kabouter van haar vader ontvoeren door een vriendin die stewardess is. Haar vader begrijpt er niets van, waar is die gekke kabouter toch gebleven? Tot hij op een dag een foto krijgt van zijn tuin kabouter naast de toren van Pisa. De foto's blijven volgen, de kabouter maakt een wereldreis! Op miraculeuze wijze staat hij op een dag weer in de tuin. Afzender onbekend. Wij kenden niemand met een tuinkabouter. Wel iemand met een vis. Een vis die de zee nog nooit van dichtbij had gezien.. De vis ging mee op reis! Hij zwom een rondje door de drakenfontein van 's-Hertogenbosch en belandde daarna samen met ons op een vuilniswagen.
Want je weet nooit wat je tegenkomt als je op reis gaat zonder verwachtingen. Zonder geboekte campingplaats of b&b. Zonder vervoer of specifiek doel. Je loopt de deur uit en laat je verrassen door het leven. Door bijzondere plekken en door ontmoetingen met mensen die je anders misschien nooit zou spreken. Zo werden wij verrast door het humeur van de Bossche bouwvakkers. Je kent ze. Ze fluiten naar mooie vrouwen in korte rokjes. Wij pasten alleen net niet in dat hokje. Kort rokje check. Maar de rest van onze verschijning is voor het ongetrainde bouwvakkersoog vooral vreemd. Ze vroegen ons naar vervroegd carnaval, naar vrijgezellenfeestjes en wie is de bruid, naar kermisfiguren, naar festivals en feest. Op dat laatste antwoordden wij in koor: Jaaa, het feest dat het leven heet! Wij zijn uitgenodigd, jullie ook? In plaats van gejoel en gefluit, mochten wij een rondje in de heftruck, bladblazerde ze de vis vooruit en wilden met ons op de foto. Onze vrienden de bouwvakkers. Pret alom!
We kwamen op ons eerste tankstation, ofwel de meest romantische plek om een nieuwe lift te vinden. We plukten aan de rand van de weg een veldboeketje en met onze duimen omhoog ontmoeten wij daar Man met Dikbil hobby. Wij stapten in zijn busje en vroegen naar zijn leven, passies en avonturen. Hij was koerier voor een drukkerij maar zijn passie en hobby waren dikbilkoeien. Hij kwam niet uit een boerenfamilie, had ook geen boerderij maar wel een aantal van die heerlijke dikbillen. Hij vertelde ons dat dikbillen eigenlijk mongolen-koeien zijn, die met een afwijking geboren worden. Na even wat opgezocht te hebben weten we nu dat ze niet het syndroom van down hebben, maar spierafwijking. Afin wat een wereld en hoeveel manieren om je leven in te kleuren en te vullen...
Een andere manier om je leven in te kleuren is altijd op weg zijn. Vrachtwagenchauffeurs. Onze opdracht was om met zoveel mogelijk bijzondere voertuigen mee te liften. In dat rijtje moet altijd minstens een keer de slaapcabine van een jolige vrachtwagenchauffeur. We ontmoetten de appelmoesman en een jonge knaap van een jaar of 20. Bij de laatste stapten we in. Verhalen genoeg. Wat een zelfverzekerdheid, wat een leven! Dit jonkie voelde zich de koning van de weg. Als kind droomde hij al van deze baan en nu leeft hij het ultieme geluk. We kroonden hem met een van onze medailles. We stonden weer naast de weg en Frauke zat alweer achter op een motor, het veldboeketje in de hand. De andere Wereldontdooisters voerden een nieuwe opdracht uit: Zet zoveel mogelijk mensen op de foto terwijl ze zichzelf knuffelen. Dat liep een beetje uit de hand en voor we het wisten ontstond er een knuffelfeest.
Van het ene feest naar het andere. De volgende opdracht was een feestje voor te bereiden voor de eerstvolgende lift. We kochten een mini taart, trokken slingers en ballonnen uit onze rugzakken en oefenden ons eigen feestnummer: 'Lang Zullen We Leven'. De ontvangers van ons minifeest in auto waren een Zeeuwsvlaamse moeder en dochter. We kregen van hen een lesje platpraten. Oe moe me noe, is een handige zin om uit je hooft te leren. Mocht je ooit in Zeeuwsvlaanderen staan en even niet meer weten hoe het verder moet kun je dit uitschreeuwen. Hulp is dan nabij. We vierden ons feest en bedankten hen voor de ontmoeting. De zilte zeelucht hing al in de lucht. Het was niet ver meer tot onze voetjes in het standzand zouden staan. Maar eerst werd onze aandacht getrokken door de opgeblazen tractors: Beet-eaters die over de zeeuwse landbouwvlaktes raasden. Dat zou nog eens een leuke lift zijn!
Aan de horizon pronkte een bedrijf waar ze beeteaters ter wereld helpen. Spiksplinternieuwe knalrode gigantische bietenrooiers! Gewoon de stoute schoenen aan trekken en op zoek naar de baas. We mochten instappen voor een proefritje. De vis ging mee. Het was fantastisch.
De zeelucht lonkte, we stonden weer op straat en het laatste stuk werden we gebracht door Niels Goud. Hij zou ons afzetten bij een klein strandje. We kochten in het bijbehorende gehuchtje Hoofdplaat nog snel een meloen en renden richting de duin. Wauw! De zee, daar lag hij dan! Wild trokken we al rennend de kleren van ons lijf, vis in onze armen, op weg naar de golven. Tot we na een paar meter verschrikt naar onze voeten keken. Daar was niet veel meer van te zien: in de grijze blubber wegzakkende Wereldontdooisters.. daar stonden we dan. Maar we gingen stug door, vis moest de zee geproefd hebben.
Verderop zou een groter en blubberlozer strand zijn. We wandelden een stukje die kant op en kwamen in een dorpje een bijzonder winkeltje tegen. Het was eigenlijk geen winkeltje. Meer een rijtjeshuis met op het raam een paar vergeelde kaarten geplakt. Categorie theezakjeskunst. Een klein handgeschreven briefje eronder met: Kaarten te koop. Het hoofd en de enige werknemer van deze winkel was Ans. Kaarten maken was haar lust en haar leven en om niet ten onder te gaan in de kaarten verkocht zij wat. Helaas hebben we geen foto van haar prachtige collectie.
We liepen verder, duimen omhoog en binnen enkele minuten stopten er 2 auto's. We kozen de auto die het meest dicht bij stopte en zwaaide vriendelijk naar de andere lift. In de auto kwamen we langs een aantal vreemde dorpjes: Nummer Eèn en Boerenhol. Je zou er maar geboren zijn. Hi-larisch. Hoi ik kom uit Boerenhol daar hebben we altijd lol. Deze jongen van wie we de lift kregen was op weg naar een vriend. We mochten wel mee, dan konden we zijn authentieke Breskense dijkhuisje aan zee zien. We werden daar ontvangen met een glas rose. Heerlijk in de zon op een bankje voor het huis hebben we gepraat met de twee heren over het leven. Over verwachtingen en vooroordelen. Want zij vonden ons maar vreemde vogels. Wij vonden hen maar oppervlakkig en een beetje 'bal'.
Maar juist dat maakt dit soort reizen leuk. Onverwachte ontmoetingen. Het maakt niet uit wie er tegenover je zit. Zolang beide partijen open staan om elkaar te ontmoeten ontstaat er altijd iets bijzonders. Oprechte gesprekken, waarbij het er niet meer toe doet hoe oud je bent of wat voor type. Wat je levens- of geloofsovertuigingen zijn. Vanuit nieuwsgierigheid en openheid kun je lachen, elkaar verbazen en nieuwe dingen leren over het leven. Een van de filosofieën van deze jongens over het leven vonden we de moeite waard om met jullie te delen:
'Bij je geboorte word je eigenlijk van een klif afgeduwd. Gemiddeld 70 jaar ben je te pletter aan het vallen en ondertussen denk je aan dingen als: ik moet de was nog doen, mijn schoonouders bezoeken, geld sparen.'
We haalden ze over een duik te nemen in hun eigen achtertuin. Want het strand lag letterlijk op 5 meter lopen achter het huis. Overhalen omdat mensen die aan het strand wonen zelden in de zee zwemmen. Dat is voor hen zoiets als in het weekend Chinees halen als je in China woont. Zo normaal dat je het eigenlijk nooit doet. Een beetje wereldontdooiend was het wel om hen blij de zee te zien herontdekken en rond te zien spetteren. Na een avond in de strandtent, oprechte verhalen gedeeld te hebben en een vers visje achter de kiezen, mochten we met z'n drieën in het bed van Rein. Deze pas gepromoveerde manager die om 5:00 op moest, sliep die nacht op de bank. Wat een gastvrijheid! Wat is het leven toch gul.
Om de reis net wat Wereldontdooiender te maken bedachten we tijdens de 'Voorpretdag' een aantal opdrachten voor onszelf. Jij mag deze opdrachten meenemen op jouw vakantie. Klik op de gekleurde woorden en ontdek alle opdrachten! Uitprinten, uitvoeren en laat een berichtje/ foto achter van het resultaat.
Onze reis begon op station 's-Hertogenbosch. De eerste opdracht was er een geïnspireerd op 'Amelie'. In de film laat zij de kabouter van haar vader ontvoeren door een vriendin die stewardess is. Haar vader begrijpt er niets van, waar is die gekke kabouter toch gebleven? Tot hij op een dag een foto krijgt van zijn tuin kabouter naast de toren van Pisa. De foto's blijven volgen, de kabouter maakt een wereldreis! Op miraculeuze wijze staat hij op een dag weer in de tuin. Afzender onbekend. Wij kenden niemand met een tuinkabouter. Wel iemand met een vis. Een vis die de zee nog nooit van dichtbij had gezien.. De vis ging mee op reis! Hij zwom een rondje door de drakenfontein van 's-Hertogenbosch en belandde daarna samen met ons op een vuilniswagen.
Want je weet nooit wat je tegenkomt als je op reis gaat zonder verwachtingen. Zonder geboekte campingplaats of b&b. Zonder vervoer of specifiek doel. Je loopt de deur uit en laat je verrassen door het leven. Door bijzondere plekken en door ontmoetingen met mensen die je anders misschien nooit zou spreken. Zo werden wij verrast door het humeur van de Bossche bouwvakkers. Je kent ze. Ze fluiten naar mooie vrouwen in korte rokjes. Wij pasten alleen net niet in dat hokje. Kort rokje check. Maar de rest van onze verschijning is voor het ongetrainde bouwvakkersoog vooral vreemd. Ze vroegen ons naar vervroegd carnaval, naar vrijgezellenfeestjes en wie is de bruid, naar kermisfiguren, naar festivals en feest. Op dat laatste antwoordden wij in koor: Jaaa, het feest dat het leven heet! Wij zijn uitgenodigd, jullie ook? In plaats van gejoel en gefluit, mochten wij een rondje in de heftruck, bladblazerde ze de vis vooruit en wilden met ons op de foto. Onze vrienden de bouwvakkers. Pret alom!
We kwamen op ons eerste tankstation, ofwel de meest romantische plek om een nieuwe lift te vinden. We plukten aan de rand van de weg een veldboeketje en met onze duimen omhoog ontmoeten wij daar Man met Dikbil hobby. Wij stapten in zijn busje en vroegen naar zijn leven, passies en avonturen. Hij was koerier voor een drukkerij maar zijn passie en hobby waren dikbilkoeien. Hij kwam niet uit een boerenfamilie, had ook geen boerderij maar wel een aantal van die heerlijke dikbillen. Hij vertelde ons dat dikbillen eigenlijk mongolen-koeien zijn, die met een afwijking geboren worden. Na even wat opgezocht te hebben weten we nu dat ze niet het syndroom van down hebben, maar spierafwijking. Afin wat een wereld en hoeveel manieren om je leven in te kleuren en te vullen...
Een andere manier om je leven in te kleuren is altijd op weg zijn. Vrachtwagenchauffeurs. Onze opdracht was om met zoveel mogelijk bijzondere voertuigen mee te liften. In dat rijtje moet altijd minstens een keer de slaapcabine van een jolige vrachtwagenchauffeur. We ontmoetten de appelmoesman en een jonge knaap van een jaar of 20. Bij de laatste stapten we in. Verhalen genoeg. Wat een zelfverzekerdheid, wat een leven! Dit jonkie voelde zich de koning van de weg. Als kind droomde hij al van deze baan en nu leeft hij het ultieme geluk. We kroonden hem met een van onze medailles. We stonden weer naast de weg en Frauke zat alweer achter op een motor, het veldboeketje in de hand. De andere Wereldontdooisters voerden een nieuwe opdracht uit: Zet zoveel mogelijk mensen op de foto terwijl ze zichzelf knuffelen. Dat liep een beetje uit de hand en voor we het wisten ontstond er een knuffelfeest.
Van het ene feest naar het andere. De volgende opdracht was een feestje voor te bereiden voor de eerstvolgende lift. We kochten een mini taart, trokken slingers en ballonnen uit onze rugzakken en oefenden ons eigen feestnummer: 'Lang Zullen We Leven'. De ontvangers van ons minifeest in auto waren een Zeeuwsvlaamse moeder en dochter. We kregen van hen een lesje platpraten. Oe moe me noe, is een handige zin om uit je hooft te leren. Mocht je ooit in Zeeuwsvlaanderen staan en even niet meer weten hoe het verder moet kun je dit uitschreeuwen. Hulp is dan nabij. We vierden ons feest en bedankten hen voor de ontmoeting. De zilte zeelucht hing al in de lucht. Het was niet ver meer tot onze voetjes in het standzand zouden staan. Maar eerst werd onze aandacht getrokken door de opgeblazen tractors: Beet-eaters die over de zeeuwse landbouwvlaktes raasden. Dat zou nog eens een leuke lift zijn!
Aan de horizon pronkte een bedrijf waar ze beeteaters ter wereld helpen. Spiksplinternieuwe knalrode gigantische bietenrooiers! Gewoon de stoute schoenen aan trekken en op zoek naar de baas. We mochten instappen voor een proefritje. De vis ging mee. Het was fantastisch.
De zeelucht lonkte, we stonden weer op straat en het laatste stuk werden we gebracht door Niels Goud. Hij zou ons afzetten bij een klein strandje. We kochten in het bijbehorende gehuchtje Hoofdplaat nog snel een meloen en renden richting de duin. Wauw! De zee, daar lag hij dan! Wild trokken we al rennend de kleren van ons lijf, vis in onze armen, op weg naar de golven. Tot we na een paar meter verschrikt naar onze voeten keken. Daar was niet veel meer van te zien: in de grijze blubber wegzakkende Wereldontdooisters.. daar stonden we dan. Maar we gingen stug door, vis moest de zee geproefd hebben.
Verderop zou een groter en blubberlozer strand zijn. We wandelden een stukje die kant op en kwamen in een dorpje een bijzonder winkeltje tegen. Het was eigenlijk geen winkeltje. Meer een rijtjeshuis met op het raam een paar vergeelde kaarten geplakt. Categorie theezakjeskunst. Een klein handgeschreven briefje eronder met: Kaarten te koop. Het hoofd en de enige werknemer van deze winkel was Ans. Kaarten maken was haar lust en haar leven en om niet ten onder te gaan in de kaarten verkocht zij wat. Helaas hebben we geen foto van haar prachtige collectie.
We liepen verder, duimen omhoog en binnen enkele minuten stopten er 2 auto's. We kozen de auto die het meest dicht bij stopte en zwaaide vriendelijk naar de andere lift. In de auto kwamen we langs een aantal vreemde dorpjes: Nummer Eèn en Boerenhol. Je zou er maar geboren zijn. Hi-larisch. Hoi ik kom uit Boerenhol daar hebben we altijd lol. Deze jongen van wie we de lift kregen was op weg naar een vriend. We mochten wel mee, dan konden we zijn authentieke Breskense dijkhuisje aan zee zien. We werden daar ontvangen met een glas rose. Heerlijk in de zon op een bankje voor het huis hebben we gepraat met de twee heren over het leven. Over verwachtingen en vooroordelen. Want zij vonden ons maar vreemde vogels. Wij vonden hen maar oppervlakkig en een beetje 'bal'.
Maar juist dat maakt dit soort reizen leuk. Onverwachte ontmoetingen. Het maakt niet uit wie er tegenover je zit. Zolang beide partijen open staan om elkaar te ontmoeten ontstaat er altijd iets bijzonders. Oprechte gesprekken, waarbij het er niet meer toe doet hoe oud je bent of wat voor type. Wat je levens- of geloofsovertuigingen zijn. Vanuit nieuwsgierigheid en openheid kun je lachen, elkaar verbazen en nieuwe dingen leren over het leven. Een van de filosofieën van deze jongens over het leven vonden we de moeite waard om met jullie te delen:
'Bij je geboorte word je eigenlijk van een klif afgeduwd. Gemiddeld 70 jaar ben je te pletter aan het vallen en ondertussen denk je aan dingen als: ik moet de was nog doen, mijn schoonouders bezoeken, geld sparen.'
We haalden ze over een duik te nemen in hun eigen achtertuin. Want het strand lag letterlijk op 5 meter lopen achter het huis. Overhalen omdat mensen die aan het strand wonen zelden in de zee zwemmen. Dat is voor hen zoiets als in het weekend Chinees halen als je in China woont. Zo normaal dat je het eigenlijk nooit doet. Een beetje wereldontdooiend was het wel om hen blij de zee te zien herontdekken en rond te zien spetteren. Na een avond in de strandtent, oprechte verhalen gedeeld te hebben en een vers visje achter de kiezen, mochten we met z'n drieën in het bed van Rein. Deze pas gepromoveerde manager die om 5:00 op moest, sliep die nacht op de bank. Wat een gastvrijheid! Wat is het leven toch gul.
trip naar zee dag 2
Gedrielijk werden we wakker in onze hotelsuite aan zee. Onze gulle gastheer Rein was al om vijf uur die ochtend naar zijn werk gegaan. Zo hadden we alle tijd om zijn kamer te versieren met een toepasselijke tekst op ’t slaapkamerraam (If life gives you lemons, make some lemonade) en drie hartjesballonnen in bed; elk met één van onze namen erop. Hoe graag hadden we zijn gezicht willen zien als hij die avond thuis zou komen....!
Voordat we de veerboot namen, brachten we nog een bezoek aan het strandje van Breskens. Op het strand graafden we onszelf in als zeemeerminnen, zinderden we in de zon en ontbeten met ambachtelijk brood en açaï sap. La vie est belle! De veerboot bracht ons van Zeeuw Vlaanderen naar Vlissingen, in Walcheren. Daar brachten felgekleurde waterboeien ons op ’t idee gekke filmpjes te maken en op zoek naar een locatie daarvoor ontdekten we een grote bramenstruik met .... Mmmm! Rijpe bramen! Nadja’s wens om deze reis uit de natuur te eten werd zo rijkelijk vervuld. Een stukje verder lopen dan de boeien! vonden we een fijn strandje, waar we met de kwallen dansten, met de schelpen speelden en elkaar nat spetterden als kleine kinderen.Verzadigd door warmte en water vervolgden we onze tocht. In het stadje gaven we toe aan een niet erg vegetarisch, maar zeer zinnelijk verlangen: de zilte zee in één fluwelen hap versmaden uit een schelp.... ;)
Zoals je leest: deze ochtend ontdooide de natuur ons overvloedig! Bruin, loom en gelukkig staken we onze duim weer op en vertrokken we uit Zeeland, op weg naar ons thuisland. Maar niet, voordat we wat StreetArt achter lieten in Middelburg!
We liftten mee met een stoere schipper (helaas in zijn auto, niet met zijn schip), daarna met een hulpvaardige medewerker van (toevallig alle drie onze) zorgverzekering CZ en onze derde lift kregen we van Marja. Deze optimistische vrouw had twee jaar geleden de vader van haar zeven kinderen verlaten voor een zachte, begripvolle jongeman die wél zielsveel van haar houdt. “We zijn rijk!” zei Marja vol overgave over haar vriend en zijzelf, al hadden de twee geen cent te spenderen. Rijk aan liefde!
Om tien uur’s avonds stonden we nog steeds te liften, in een achterwijkje van Dordrecht. We hadden al op drie verschillende plekken in en rondom Dordrecht gestaan:
Allereerst op een klein tankstationnetje waar niemand geschikts langskwam ( iemand zonder gevaarlijk ogende tatoeages op zijn arm bijvoorbeeld). Van deze plek zijn we naar de Mac Donalds gelopen, even verderop, waar we aangenaam verrast werden door het stukje grond ernaast, wat het prachtigste veldbloemenweitje bleek dat we ooit hadden gezien! Roze, blauwe en paarse korenbloemen, roze, bordeaux en rode klaprozen, torentjes van gele, paarse en lila bloemen... een kleurenzee van schoonheid! Deze zelfde Mac Donalds was, ondanks haar o zo mooie veldje, ook niet echt een fijne plek om te liften. Gelukkig werden we meegenomen door Ivonne en Frits, aan wie we het veldbloemenboeketje gaven dat we net hadden geplukt. Best toepasselijk, want het stel was net terug van een romantisch kanotochtje met hun opblaasbare kano. ‘’Stokbroodje erbij, wijntje, meid, het was héérlijk,” zei Ivonne. Ivonne was een spraakzame, ontdeugende, enthousiaste vrouw. Ze had ons allerlei wijsheden mee te geven. Zo zei ze: “Lieverd, ik zal je vertellen. Gezondheid is het grootste goed. Geniet maar van elke dag. Hoe je gezond blijft? Dat is een kwestie van geluk. Een kwestie van het goede lootje trekken. Al leef je je hele leven gezond, ook dan kan je zomaar van je fiets afvallen”. Maar de grootste succesformule voor het leven die Ivonne had gevonden, was haar LAT-relatie met Frits: “Wij latten al zeven jaar. Heerlijk! Lekker latten! Dat vind hij niet leuk hoor (wijzend naar haar Frits). Hij wil me elke dag voelen. Hahaha. Maar ik vind het héérlijk: lekker latten! Lekker latten, hoor, meiden!” Frits en Ivonne zeiden ons met veel bravoure gedag en lieten ons achter op een nieuw tankstation, waar haast niemand stopte. Hoewel, tegen de schemering, hadden we beet! Een snelle jongen bracht ons met razend tempo naar het tankstation aan de rand van Dordrecht. Zoals gezegd: het was 10 uur ’s avonds. Het was guur, het was onaangenaam, we hadden al uren rondgezworven. Het geluk leek ons in de steek te hebben gelaten. Totdat we Floor aanspraken. Floor, een vlotte jonge vrouw die aan het tanken was, ging niet naar Den Bosch, maar vroeg of ze ons misschien naar het treinstation kon brengen. We keken elkaar aan met een ietwat moeilijke blik. “Of”, zei Floor, die onze liftzielen, wars van conventies, begreep, “ik kan vragen of jullie bij mijn moeder mogen slapen.” Onze gezichten klaarden op en na een kort telefoontje (“Nee, ze zien er heel betrouwbaar uit!”) gingen onze tassen de auto in en een kwartiertje later stonden we voor een herenpand aan de haven van de binnenstad van Dordrecht. We werden op de balkontuin op de tweede verdieping ontvangen met “Wit of rood?” en streken als drie kleine geluksvogeltjes neer. We waren zomaar wijn aan het drinken in een museumhuis vol prachtige spulletjes, warm onthaald door een artistieke reizigster van 75 (doch met de ziel van een jonge deerne).
Rieneke maakt broches, lampen en objecten van papier-maché, schrijft kinderboeken, reist jaarlijks naar India en was de liefste suikertante voor ons die je je maar kunt bedenken. Dankbaar vielen we in slaap, weer knusjes met z’n drieën in één bed.
Voordat we de veerboot namen, brachten we nog een bezoek aan het strandje van Breskens. Op het strand graafden we onszelf in als zeemeerminnen, zinderden we in de zon en ontbeten met ambachtelijk brood en açaï sap. La vie est belle! De veerboot bracht ons van Zeeuw Vlaanderen naar Vlissingen, in Walcheren. Daar brachten felgekleurde waterboeien ons op ’t idee gekke filmpjes te maken en op zoek naar een locatie daarvoor ontdekten we een grote bramenstruik met .... Mmmm! Rijpe bramen! Nadja’s wens om deze reis uit de natuur te eten werd zo rijkelijk vervuld. Een stukje verder lopen dan de boeien! vonden we een fijn strandje, waar we met de kwallen dansten, met de schelpen speelden en elkaar nat spetterden als kleine kinderen.Verzadigd door warmte en water vervolgden we onze tocht. In het stadje gaven we toe aan een niet erg vegetarisch, maar zeer zinnelijk verlangen: de zilte zee in één fluwelen hap versmaden uit een schelp.... ;)
Zoals je leest: deze ochtend ontdooide de natuur ons overvloedig! Bruin, loom en gelukkig staken we onze duim weer op en vertrokken we uit Zeeland, op weg naar ons thuisland. Maar niet, voordat we wat StreetArt achter lieten in Middelburg!
We liftten mee met een stoere schipper (helaas in zijn auto, niet met zijn schip), daarna met een hulpvaardige medewerker van (toevallig alle drie onze) zorgverzekering CZ en onze derde lift kregen we van Marja. Deze optimistische vrouw had twee jaar geleden de vader van haar zeven kinderen verlaten voor een zachte, begripvolle jongeman die wél zielsveel van haar houdt. “We zijn rijk!” zei Marja vol overgave over haar vriend en zijzelf, al hadden de twee geen cent te spenderen. Rijk aan liefde!
Om tien uur’s avonds stonden we nog steeds te liften, in een achterwijkje van Dordrecht. We hadden al op drie verschillende plekken in en rondom Dordrecht gestaan:
Allereerst op een klein tankstationnetje waar niemand geschikts langskwam ( iemand zonder gevaarlijk ogende tatoeages op zijn arm bijvoorbeeld). Van deze plek zijn we naar de Mac Donalds gelopen, even verderop, waar we aangenaam verrast werden door het stukje grond ernaast, wat het prachtigste veldbloemenweitje bleek dat we ooit hadden gezien! Roze, blauwe en paarse korenbloemen, roze, bordeaux en rode klaprozen, torentjes van gele, paarse en lila bloemen... een kleurenzee van schoonheid! Deze zelfde Mac Donalds was, ondanks haar o zo mooie veldje, ook niet echt een fijne plek om te liften. Gelukkig werden we meegenomen door Ivonne en Frits, aan wie we het veldbloemenboeketje gaven dat we net hadden geplukt. Best toepasselijk, want het stel was net terug van een romantisch kanotochtje met hun opblaasbare kano. ‘’Stokbroodje erbij, wijntje, meid, het was héérlijk,” zei Ivonne. Ivonne was een spraakzame, ontdeugende, enthousiaste vrouw. Ze had ons allerlei wijsheden mee te geven. Zo zei ze: “Lieverd, ik zal je vertellen. Gezondheid is het grootste goed. Geniet maar van elke dag. Hoe je gezond blijft? Dat is een kwestie van geluk. Een kwestie van het goede lootje trekken. Al leef je je hele leven gezond, ook dan kan je zomaar van je fiets afvallen”. Maar de grootste succesformule voor het leven die Ivonne had gevonden, was haar LAT-relatie met Frits: “Wij latten al zeven jaar. Heerlijk! Lekker latten! Dat vind hij niet leuk hoor (wijzend naar haar Frits). Hij wil me elke dag voelen. Hahaha. Maar ik vind het héérlijk: lekker latten! Lekker latten, hoor, meiden!” Frits en Ivonne zeiden ons met veel bravoure gedag en lieten ons achter op een nieuw tankstation, waar haast niemand stopte. Hoewel, tegen de schemering, hadden we beet! Een snelle jongen bracht ons met razend tempo naar het tankstation aan de rand van Dordrecht. Zoals gezegd: het was 10 uur ’s avonds. Het was guur, het was onaangenaam, we hadden al uren rondgezworven. Het geluk leek ons in de steek te hebben gelaten. Totdat we Floor aanspraken. Floor, een vlotte jonge vrouw die aan het tanken was, ging niet naar Den Bosch, maar vroeg of ze ons misschien naar het treinstation kon brengen. We keken elkaar aan met een ietwat moeilijke blik. “Of”, zei Floor, die onze liftzielen, wars van conventies, begreep, “ik kan vragen of jullie bij mijn moeder mogen slapen.” Onze gezichten klaarden op en na een kort telefoontje (“Nee, ze zien er heel betrouwbaar uit!”) gingen onze tassen de auto in en een kwartiertje later stonden we voor een herenpand aan de haven van de binnenstad van Dordrecht. We werden op de balkontuin op de tweede verdieping ontvangen met “Wit of rood?” en streken als drie kleine geluksvogeltjes neer. We waren zomaar wijn aan het drinken in een museumhuis vol prachtige spulletjes, warm onthaald door een artistieke reizigster van 75 (doch met de ziel van een jonge deerne).
Rieneke maakt broches, lampen en objecten van papier-maché, schrijft kinderboeken, reist jaarlijks naar India en was de liefste suikertante voor ons die je je maar kunt bedenken. Dankbaar vielen we in slaap, weer knusjes met z’n drieën in één bed.
trip naar zee dag 3
Drie prinsessen werden wakker in het sprookjeshuis met haar fantasieprikkelende huisraad, waar ze de avond ervoor waren neergestreken. De wind bewoog zachtjes door de witte gordijnen, waar de morgenzon al licht doorheen scheen.
Onze gezellige gastvrouwe Rieneke was al stiekem naar de markt geweest en op de keukentafel stond een vorstelijk ontbijt. Er was een vergiet, vol met verse kersen, pruimen, aardbeien en bessen. Er waren croissants, er was koffie en er was boter (die waar wij met onze neus in waren gevallen!). Even daarvoor hadden wij de slaapkamer versierd met slingers en andere gezelligheden, als verrassing voor als Rieneke terug zou komen van haar zwemtocht met Floor.
Lieve Rieneke en Floor gingen die ochtend samen zwemmen in een natuurmeer bij Breda en zetten ons onderweg af op een tankstation. Bijna alle mensen die we hier aanspraken bleken naar een festival te gaan. Enkelen naar Tomorrowland, maar de meesten naar Doterminator; een hardstyle festival bij Eindhoven. En ja hoor, binnen een half uur mochten we mee met één van de partybussen die naar Determinator ging. Gewoon, voor de lol; om mee te rijden met een bus vol bloot gebaste en bierdrinkende jongens. De muziek trilde door onze lijven, vis werd omhelst, gekust en gefotografeerd. Wij werden geïnteresseerd en openhartig ondervraagd, met als hamvraag: ‘Hoe komen jullie hippies verzeild in deze bus?’’ Het bijzondere van dit soort acties, en van liften an sich, is dat je mensen leert kennen waar je normaal gesproken niet zo snel mee in contact zou komen. Steeds weer merken we dat als beide partijen open zijn, er zulke mooie ontmoetingen ontstaan, ongeacht leeftijd, sociale klasse of in dit geval muziekvoorkeur!
De volgende lift, van een man uit Helmond, bracht ons onbedoeld naar een zeer onhandige plek, maar gaf een interessant inkijkje in een andere levensstijl. De man had een tijdje in het zonnige Zuid Spanje gewerkt en zijn anekdotes waren smulverhalen voor ons, hobbyantropologen. We kwamen aan op een Brabants tankstation, maar waanden ons nog even in mediterraanse sferen... Vanuit hier gingen we mee met Jessica; een modieuze dame die zo uit een magazine leek te zijn gerold. Zij bracht ons naar Eindhoven Airport, waar zij haar vriend ging ophalen. De ontspannen sfeer op het vliegveld droeg bij aan ons grootse vakantiegevoel, al waren we maar passanten.
We mochten mee met een wat oudere man, die net zijn zoon en diens verloofde naar het vliegveld had gebracht. Zijn zoon zou gaan trouwen de week erna in Sicilie (Oh, zwijmel. Zelf zou hij pas een dag van te voren het vliegtuig pakken. Deze vader van de bruidegom had een echte handelsgeest; hij had de meest vernuftige dingen uitgevonden om van weinig veel te maken. En zelfs nu hij met pensioen was, had hij zijn creatieve handelsgeest behouden: “Ik zet advertenties waarin ik om knopen vraag. Van die knopen maak ik kettingen. De opbrengst van die kettingen, stuur ik naar een kindertehuis in Afrika. Mijn vrouw maakt op dezelfde manier rokjes van oude stropdassen” . Zo ging hij deze zomer ook appels en peren plukken in een boomgaard. Ook niet eens persé voor het geld. Vooral om “andere gepensioneerden te leren kennen én..... om rond koffietijd die heerlijke verse appeltaart te eten die één van de vrouwen iedere ochtend bakt!”. Wat een levensgenieter!
Vanuit Den Bosch Zuid bracht een vrolijke jongen met cowboyhoed, geïntrigeerd en geïnspireerd door onze reis, ons naar het centraal station. Daar gingen onze wegen uiteen, na drie dagen de Wereld te hebben ontmoet in eigen land.
Onze gezellige gastvrouwe Rieneke was al stiekem naar de markt geweest en op de keukentafel stond een vorstelijk ontbijt. Er was een vergiet, vol met verse kersen, pruimen, aardbeien en bessen. Er waren croissants, er was koffie en er was boter (die waar wij met onze neus in waren gevallen!). Even daarvoor hadden wij de slaapkamer versierd met slingers en andere gezelligheden, als verrassing voor als Rieneke terug zou komen van haar zwemtocht met Floor.
Lieve Rieneke en Floor gingen die ochtend samen zwemmen in een natuurmeer bij Breda en zetten ons onderweg af op een tankstation. Bijna alle mensen die we hier aanspraken bleken naar een festival te gaan. Enkelen naar Tomorrowland, maar de meesten naar Doterminator; een hardstyle festival bij Eindhoven. En ja hoor, binnen een half uur mochten we mee met één van de partybussen die naar Determinator ging. Gewoon, voor de lol; om mee te rijden met een bus vol bloot gebaste en bierdrinkende jongens. De muziek trilde door onze lijven, vis werd omhelst, gekust en gefotografeerd. Wij werden geïnteresseerd en openhartig ondervraagd, met als hamvraag: ‘Hoe komen jullie hippies verzeild in deze bus?’’ Het bijzondere van dit soort acties, en van liften an sich, is dat je mensen leert kennen waar je normaal gesproken niet zo snel mee in contact zou komen. Steeds weer merken we dat als beide partijen open zijn, er zulke mooie ontmoetingen ontstaan, ongeacht leeftijd, sociale klasse of in dit geval muziekvoorkeur!
De volgende lift, van een man uit Helmond, bracht ons onbedoeld naar een zeer onhandige plek, maar gaf een interessant inkijkje in een andere levensstijl. De man had een tijdje in het zonnige Zuid Spanje gewerkt en zijn anekdotes waren smulverhalen voor ons, hobbyantropologen. We kwamen aan op een Brabants tankstation, maar waanden ons nog even in mediterraanse sferen... Vanuit hier gingen we mee met Jessica; een modieuze dame die zo uit een magazine leek te zijn gerold. Zij bracht ons naar Eindhoven Airport, waar zij haar vriend ging ophalen. De ontspannen sfeer op het vliegveld droeg bij aan ons grootse vakantiegevoel, al waren we maar passanten.
We mochten mee met een wat oudere man, die net zijn zoon en diens verloofde naar het vliegveld had gebracht. Zijn zoon zou gaan trouwen de week erna in Sicilie (Oh, zwijmel. Zelf zou hij pas een dag van te voren het vliegtuig pakken. Deze vader van de bruidegom had een echte handelsgeest; hij had de meest vernuftige dingen uitgevonden om van weinig veel te maken. En zelfs nu hij met pensioen was, had hij zijn creatieve handelsgeest behouden: “Ik zet advertenties waarin ik om knopen vraag. Van die knopen maak ik kettingen. De opbrengst van die kettingen, stuur ik naar een kindertehuis in Afrika. Mijn vrouw maakt op dezelfde manier rokjes van oude stropdassen” . Zo ging hij deze zomer ook appels en peren plukken in een boomgaard. Ook niet eens persé voor het geld. Vooral om “andere gepensioneerden te leren kennen én..... om rond koffietijd die heerlijke verse appeltaart te eten die één van de vrouwen iedere ochtend bakt!”. Wat een levensgenieter!
Vanuit Den Bosch Zuid bracht een vrolijke jongen met cowboyhoed, geïntrigeerd en geïnspireerd door onze reis, ons naar het centraal station. Daar gingen onze wegen uiteen, na drie dagen de Wereld te hebben ontmoet in eigen land.